Merkte ze dan niet dat zijn ogen haar in vuur en vlam zetten? René kon haar vertoon niet meer aanzien en keek uit raam. De eikenbomen gleden snel voorbij. Het was een totaalplaatje met de rode horizon op de achtergrond. En toch maakte het hem somber.
Hij verschoot zich toen hij iets tegen zich aanvoelde en keek op. Zijn vriendin had hem aangetikt en hij zag haar mond bewegen, maar verroerde zich niet. Ze moest boos zijn geweest, want ze griste naar de BlackBerry in zijn hand en trok de oortjes eruit. “Waarom doe je zo afstandig, René?”
“Geniet nou van de stilte tot we er zijn.” Hij was niet van plan om haar enige aandacht te schenken. Hij genoot bovendien van de hemel. Een transitie van dag tot nacht.
Een verlichte rechthoek in het raam verscheen en hij keek om. Een vlog. Hij zakte lichtjes in elkaar. De kijkers hadden sympathie voor haar en spuwden vuur op hem. Hij wilde er niets meer van weten.
“Je bent echt een hypocriet,” fluisterde René in haar oor en gaf haar een kus op haar slaap terwijl hij drukte op de knop. Een lang geluid rinkelde door de bus. Cynthia stond geschrokken op en hij volgde. Hij wist dat zij zich ongemakkelijk voelde. Haar kijkers hadden zijn affecties gezien en dat betekende 1 - 0 voor hem. Toch irriteerde hij zich. Moesten ze écht alles weten over hun relatie?
Hij staarde naar buiten en pruilde zijn lippen. Zijn wenkbrauwen gingen naar beneden en een diepe frons verscheen op zijn gezicht. De chauffeur was gewoon voorbij de halte gereden. Hij liep naar de voorkant en klopte op het raam. “Meneer, we willen er hier uit.”
Er kwam geen antwoord, noch leek de bus in snelheid af te nemen. De chauffeur keek hem alleen aan en lachte breed. Hij herhaalde zichzelf. Weer gebeurde niks. Het leek net of er een paar schroeven los zaten bij deze chauffeur.
“Renééé.”
Wat nu weer? Geërgerd liep hij terug en zag haar zitten. Hij nam plaats op een stoel schuin tegenover haar. De iPhones camera was op hem gericht. “De chauffeur heeft ONZE halte niet opgezegd!”
“Dus.” Hij haalde zijn schouders, “Wat als ik je uit eten wilde nemen?”
“Zoiets doe je niet. Je gaat liever naar die suffe yogales.”
Hij zei niets, want deelnemen aan de yogalessen was het enige wat nog vertrouwd aanvoelde. Cynthia ging door met praten, “Weet je? De laatste tijd doe je niks met mij en ben je constant afwezig.”
Zijn kin ging omhoog en een grijns kwam tevoorschijn, “Je hebt mijn telefoon in handen.”
Verschrikt draaide Cynthia haar hoofd en begon tegen haar telefoon te praten. Het kon hem een worst wezen. Ze smachtte naar aandacht, al was het niet de zijne. Nochtans gaf hij haar met plezier een dosis drama.
Het was aardig donker geworden. De bus had zojuist een begraafplaats gepasseerd en ging nu een stadje in. Het zag er grimmig uit. Geen lantaarnpaal verlichtte de straat.
De bus stopte abrupt en ze stonden bijna gelijktijdig op. Ze liepen rustig naar de eerste deur die als enige open stond. René was er al bijna en hoorde zijn vriendin een kreet uitbrengen. Hij stond stil voor een aantal seconden. Twijfelen tussen naar haar toegaan en gewoon uitstappen.
“Aaarrgghhh!” Hij draaide zich om en haastte zich. Toen hij bij haar aankwam, ging de deur alweer dicht. Hij zette haar in een stoel. Ze voelde ijskoud aan, dus duwde hij zijn sweater in haar handen.
Hij ijsbeerde naar de chauffeur en was vastbesloten om de locatie te achterhalen. De chauffeur mompelde wat onverstaanbaars. En René voelde dat zijn gevoelens hem de baas werden. Hij sprak een mantra uit: “Ik ben boos, maar mijn boosheid is mij niet.”
Eindelijk gekalmeerd, liep hij terug naar Cynthia, “Bel 112. Die gek wil ons er niet uitlaten.”
“O, mijn telefoon is leeg?”
“Zucht, gebruik de mijne.”
“Die is ook leeg.”
“Dat is onmogelijk! Geef hier!!” Bij de overhandiging zag hij enkel een zwart scherm. Hij vloekte. Hij wist zeker dat hij het had opgeladen voordat hij wegging.
Er werd op de knop gedrukt. Hij keek op, “Je weet to-”
“Dat was ik niet,” onderbrak ze hem paniekerig. Afgezien van hen was er niemand anders in de bus. Z’n pupillen werden groter. Het gemompel. De kou. De lege telefoons. Het begon allemaal toen ze de stad in reden. En voor zijn ogen onthulde zich een andere dimensie. De wereld van degene die waren heengegaan. René zag er velen zitten en staan. Sommige vlogen naar binnen, andere naar buiten. Goed en kwaad.
Hij verstarde echter toen tien entiteiten wemelden om Cynthia heen. Ze beten schandalig in haar vlees. “Heb je pijn?”
Ze knikte en wreef met haar hand over de plekken waar die vreemden bezig waren. Hij walgde ervan en stond op. Hij kon niet meer wachten om te worden bevrijd.
Met een ruk had hij de chauffeur van zijn stoel getrokken. De bus maakte daardoor een scherpe bocht en hij greep naar het stuur. René ging snel in de stoel zitten en reed de stad uit waarna hij onder een lantaarnpaal de rem in trapte. De nachtmerrie was bijna ten einde.
Niet wetende welke knop hij moest indrukken, greep hij naar de hamer en gaf het een goede zwaai. Het glas brak en viel op de grond. Cynthia was de eerste die uitstapte, maar ze had haar strippenkaart laten vallen. René raapte het voor haar op. Echter, voordat hij het kon teruggeven voelde hij de wereld om zich heen een ommekeer maken.
Hij lag op de grond. Glas in zijn rug. Zijn stem klonk zwak, “Waarom?”
“Je zou alles van me afnemen.” Ze ging over hem heen staan en liet hem zijn doorgestuurde notities zien op haar telefoon. Hij hoefde er niet eens naar te kijken. Hij wist alles al. Haar intenties. Haar obsessies. Haar overspel met tien anderen. René voelde zich niet gesnapt.
“Ik maak het uit met je.” Het was alsof de vloek eindelijk was verbroken.
Ze drukte haar voet in zijn borst, “Niemand zou er van af weten.”
“Tsk. Tsk. Tsk. Ahahahah.” Een kick van adrenaline gierde door hem heen.
Hij leek net een maniak. Cynthia had eindelijk door waarom hij zo lachte. Zij en René hoorden onophoudelijk een geluid en met moed draaide ze haar telefoon.
De meid die leefde voor de renommee zag het en hij wist het.
De vlog was nog draaiende.220Please respect copyright.PENANAV0EcdAd63S